Wie Koksijde-Oostduinkerke zegt, denkt spontaan ook garnaalvissers te paard.
Al meer dan 500 jaar trekken zij eropuit om op zee garnalen te vissen. Dat doen ze al geruime tijd op stoere Brabantse of Belgische trekpaarden en vroeger ook op muilezels. Oostduinkerke is nog de enige plek ter wereld waar men op deze manier garnalen vangt. Sinds 2013 is de garnaalvisserij te paard in Oostduinkerke door Unesco erkend als immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid. Het is in elk geval een schouwspel dat gepaard gaat met vaste rituelen en telkens veel volk lokt.
Behalve in de koude wintermaanden trekken de garnaalvissers het hele jaar door naar zee, tussen de Schipgatduinen (Sint-André) en Groenendijk. Van april tot oktober zijn er ook aangekondigde sessies van zo’n 45 minuten waarop ze hun vaardigheden demonstreren ter hoogte van het centrum van Oostduinkerke-Bad en aan Groenendijk.
Weetje van Jan Haring
Die paardenvissers zijn geen kleine garnalen! Het is een ambachtelijke vaardigheid die nauw verbonden is met de natuur. Een goede kennis van de zee, de zandstrook en een groot vertrouwen in het paard en respect voor het dier zijn onontbeerlijk. Het vissen zelf duurt ongeveer drie uur, zo’n anderhalf uur vóór tot anderhalf uur na laagtij. Oostduinkerke is hiervoor ideaal. Op het zacht glooiend strand staan geen golfbrekers of andere hinderpalen. Dat zijn mooie troeven. Bovendien is er de enthousiaste ondersteuning van het gemeentebestuur.