De garnaalvisserij te paard is een ambacht waarbij op garnalen gevist wordt met een Brabants trekpaard. De vissers gaan een paar keer per week de zee in met paard en net, behalve in de koude wintermaanden.
Het paard stapt tot aan de borst door het water, parallel met de kust.
Deze vorm van visserij staat in schril contrast met de hoogtechnologische westerse samenleving en focust op natuur, gastronomie en het partnerschap tussen mens en dier. Op de grens tussen land en zee.
Vroeger trof je paardenvissers aan op de stranden van Vlaanderen, Noord-Frankrijk, Zuid-Engeland en Nederland. Nu alleen nog in onze gemeente.
Garnaalvissen te paard is een eeuwenoud ritueel. Kunstenaars uit binnen- en buitenland hebben het beeld van de visser met zijn paard al honderden keren vereeuwigd. Ook nu is het een inspiratiebron voor schilders, beeldhouwers en cineasten.
Nele Bekaert: “Ervaring is uiteraard een meerwaarde. Je begint de plekken te kennen waar de garnalen zitten. Geluk speelt ook een rol. We kunnen met drie paarden naast elkaar lopen en dat de ene toch aanzienlijk meer vangt dan de andere. Als je juist in een school garnalen loopt, heb je chance. Ervaring komt vooral van pas als er iets gebeurt. Je leest je paard al rijdend, je voelt het als er iets niet in orde is.”
Eddy D’Hulster: “Als de jonge gasten naast de oude rotten vissen, dan laten die laatste zich niet opzij zetten. We zorgen ervoor dat onze beste plekjes niet worden afgesnoept. De gedachte daarachter? Ze leren het wel al doende, want er bestaat geen handleiding voor paardenvissers. Leren is met vallen en opstaan. Ze moeten stelen met hun ogen.”