1961: Scheepswerf de Graeve bouwt een nieuw schip 

NAVIGO N.116 als O.116 1961
Foto: Roland Large

In Zeebrugge rolt bij de Graeve een schip van stapel. Het is een houten kotter van 17 meter lang en 4,95 meter breed. Buiten de masten, de stormbak, de galgen en de motorbak is het schip volledig in hout gebouwd. In de machinekamer is een oerdegelijke Bolnesmotor van 120 PK geïnstalleerd.

De eerste eigenaar was Raphaël “Katterogge” Beyen die het schip met het nummer 116 inschrijft. Dit nummer haalde hij van de vorige O.116 Southern Cross, een motortreilertje van z’n vader. Hij noemt het schip Lucie-Jenny, naar zijn vrouw Lucienne Blondé.

N.116 Nostalgie collectie
Collectie NAVIGO Visserijmuseum

1967: De O.116 wordt aangepast voor de boomkorvisserij

Oorspronkelijk was het schip een zijtrawler. Dit houdt in dat vissers het net langs de zijde van het schip in het water lieten zakken. Het net zakt in het water, de planken houden het net open en zo sleept het door de zee. Later stapte de reder af van deze vismethode en bouwde hij het schip om voor de boomkorvisserij.

Bij de boomkorvisserij gaan de netten aan beide zijden overboord. Die netten worden opengehouden door stokken (“korrestokken”) en worden in het water gehesen met lange gieken (palen die met een scharnier aan de mast hangen). Zo sleept het net over de bodem. De vissen die daar leven, waaronder tong en pladijs, worden opgeschrikt en zwemmen het net in.

Het grote voordeel hiervan is dat de netten aan beide zijden in het water gaan, wat de koers van het schip minder beïnvloedt. Toch was scheepsbouwer De Graeve kritisch tegenover deze ontwikkeling en was hij niet overtuigd van de veiligheid van deze vismethode.

NAVIGO N.116 geschiedenis
Collectie NAVIGO Visserijmuseum

15-02-1970: de O.116 schiet de O.818 Lucie-Jenny II te hulp

Raphaël Beyen kocht na de O.116 Lucie-Jenny nog een tweede schip, de O.818. Het schip werd in 1946 gebouwd als de N.818 Julienne. De eigenaar herdoopte het schip Lucie-Jenny II.

Om 15u30 doorboorde een onbekend voorwerp onder water de romp van de Lucie-Jenny II, die in 1946 werd gebouwd als de N.818 Julienne. Het schip begint meteen water te maken. Aan boord zijn Rafaël en Reggy Beyen en Hubert van Rensbergen: de eigenaar van het schip, zijn zoon en de mecanicien van het schip.

Meteen komt de O.116 Lucie-Jenny haar naamgenoot te hulp. De opvarenden proberen tevergeefs de 818 leeg te pompen. Uiteindelijk kwam de sleepboot “Zeetijger” ter plaatse, maar tevergeefs. De O.818 verging op 51°16,741'N 2°41,327'E. Gelukkig waren er geen doden of gewonden te betreuren.

5-11-1975: de O.116 Lucie-Jenny  gaat over naar Marcel Bouillart, die het schip omdoopt tot de O.116 Caroline

N.116 als O.116 Caroline
© Hugo Ollieuz – www.schippertje.be

De reder Marcel Bouillart koopt het schip en vernoemt het naar zijn dochter, Caroline.

Marcel Bouillart hield het schip kraaknet. De 0.116 Caroline was zo goed verzorgd dat bezoekers zelfs hun schoenen moesten uittrekken als ze de kajuit binnenstapten. Zelfs de machinekamer, normaal het vuilste deel van een vissersschip vol olie en smeervet, was bij Marcel onberispelijk proper. Sommigen beweren zelfs dat je er je boterhammen kon laten vallen en ze gewoon van de vloer eten.

Het schip zou maar liefst 33 jaar in zijn bezit blijven.

2008: Het schip gaat over naar Caroline Bouillart en Michel Deley

In 2008 gaat de O.116 Caroline over naar zijn dochter en haar partner, Michel Deley. Hij vaart enkele jaren met het schip en koopt later de O.2.